Desensitisatie is een onderdeel bij het trainen van je hond. Desensitisatie wordt bijna altijd in combinatie gebruikt met counterconditionering.
Wat betekent desensitisatie bij honden?
Door desensitisatie in te zetten ga je aan de slag met angsten en fobieën. Je gaat je hond minder “gevoelig” maken voor prikkels die emoties zoals angst oproepen.
Je gaat je hond dus langzaamaan blootstellen aan prikkels. Het niveau waarmee de hond blootgesteld word aan zijn trigger wordt steeds hoger.
Bij desensitisatie is er een systematische opbouw.
Geen poef, paf, BEM! Hier is de confrontatie met de prikkel.
Nee…
Je kijkt naar je hond en zijn signalen om te kijken waar je begint en dus ook wat de opbouw moet zijn.
Bij desensitisatie is het belangrijkste startpunt dat je hond nog geen negatieve reactie laat zien.
De opbouw bij desensitisatie kan gaan over:
- Meer/minder afstand
- Hoger/lagere volume
- Meer/minder snelheid
Counterconditionering en desensitisatie
Je zet counterconditionering en desensitisatie bijna altijd samen in.
Bij counterconditionering ga je werken aan de negatieve associatie die je hond nu heeft met een prikkel. Alleen als de blootstelling met de trigger (desensitisatie) te heftig is schiet je hond in angstig of bijvoorbeeld uitvalgedrag en daardoor kan je geen positieve associatie meer maken.
Als de afstand te klein is kan je te maken hebben met een stressemmertje dat (in een splitsecond) overloopt.
Wat heeft desensitisatie daar dan mee te maken?
Als je je hond aan een zwakkere versie van die trigger gaat blootstellen zit hij in een zone waarin het niet of nauwelijks negatief is.
Je hond zit in een zone waar hij nog voor rede vatbaar is. Hij voelt zich neutraal of nog liever zelfs: ontspannen.
Hoe minder heftig het niveau van die trigger aanwezig is. Hoe beter je counterconditionering kan toepassen. Dat niveau wordt dus bepaald door je hond. Daar is geen standaard voor.
Je zoekt dus de zwakste versie van de trigger op. Je kan de situatie ook gaan nabootsen. Bijvoorbeeld opnames van een bepaald geluid of situaties zo inrichten dat je niet ECHT of in principe niet in aanraking komt met de prikkel.
Wanneer zet je desensitisatie in?
Je kan desensitisatie inzetten bij verschillende triggers. Denk bijvoorbeeld aan:
- De deurbel
- Andere honden
- Katten
- Je hond reageert op voorbijgangers
- Fietsers, auto’s en scooters
- De stofzuiger
- Een ander huishoudelijk apparaat
- Vuurwerk
- Andere geluiden (containers, bakfiets etc)
- Schoolplein vol met kinderen